simon cageling top3

Trainerspad van Simon Cageling (24) vormt zich buiten zijn comfortzone

Hij is nog maar 24 jaar en sinds dit seizoen hoofdtrainer van Velocitas 1897. Simon Cageling weet dat zijn stap van jeugdtrainer naar hoofdtrainer met de nodige verbazing is ontvangen bij de noordelijke amateurvoetbalvolger. Maar Cageling had er zijn redenen voor. Een verhaal over de trainerscarrière en keuzes van de jonge trainer, die toch al een bak ervaring heeft. ‘Met vrijwel elke trainer die ik had, heb ik wel een aanvaring gehad omdat ik het anders zag.’

Het is waarschijnlijk de meest gestelde vraag aan Cageling sinds zijn aanstelling bij Velocitas. “Heb je getwijfeld om op deze jonge leeftijd al een seniorenteam te gaan trainen?” De hoofdrolspeler zelf vindt de vraag logisch. ‘Maar als je voldoende kennis hebt en dat ook goed over kan dragen, dan is leeftijd maar een getal. Zonder arrogant te willen doen, denk ik dat dit bij mij het geval is. Kijk, als je 24 jaar bent en je hebt een jaartje trainerservaring, dan snap ik de twijfels bij deze stap. Maar dat is anders als je al vanaf je 14e levensjaar training geeft.’

En die tien jaar aan trainerservaring heeft Cageling. De geboren Harderwijker speelde in zijn jeugdjaren bij v.v. Hierden, een dorpje in de buurt van zijn geboorteplaats, waar ook zijn jongere broertje speelde. ‘Hij speelde in de E-tjes zoals dat toen nog heette. En ik riep lange tijd dat zijn trainer er niks van kon.’ Hij schiet in de lach. ‘Ja, ik was best een eigenwijs mannetje en wilde het zelf wel doen. “Kom maar op”, zei ik. Even later was ik de trainer. Op mijn 15e trainde ik de F1 en een jaar later de C2. Zo ontwikkelde ik al heel snel die passie, want ik merkte dat ik het heel tof vond om te doen. Spelers beter maken, met een groep bezig zijn.’ De brede glimlach breekt wederom door op zijn gezicht: ‘Daardoor ging ik later ook altijd in conclaaf met trainers die ik zelf had. Met vrijwel elke trainer die ik had, heb ik wel een aanvaring gehad omdat ik het anders zag. Dat was dan het nadeel.’

Snelle leerschool

Zijn spelerscarrière zette hij dan ook al vrij vroeg opzij, ten faveure van het trainerschap. Voor zijn studie verhuisde Cageling naar Groningen, waar hij via via terecht kwam in Hoogkerk. In het jaar dat vanuit v.v. Hoogkerk en CSVH de fusieclub HFC’15 ontstond, maakte hij zijn opwachting in het eerste elftal. Dat hield hij bijna drie seizoenen vol. ‘En daar eindigde mijn spelerscarrière, door toedoen van het trainer zijn. Voor ik het wist trainde ik bij HFC de Onder 9 en de Onder 15, en daarna moest ik dan nog een wedstrijd spelen. Elke zaterdagavond was ik totaal gesloopt.’ Dus was het tijd om de focus te leggen. Ondanks dat Cageling het spelletje ontzettend leuk vond, koos hij voor het trainersvak. ‘Met veel plezier heb ik zelf gevoetbald en dat zou ik nog steeds kunnen doen. Maar het was niet lekker te combineren. Als seniorentrainer natuurlijk al helemaal niet, maar ook met de huidige o15-teams bijv. niet. Bovendien zag ik in het trainersvak meer potentie voor mezelf en daar lag ook echt mijn ambitie. Die keuze was niet erg lastig.’

Ik was best een eigenwijs mannetje

Het trainer zijn betekent voor Cageling niet enkel spelers beter maken. Hij ziet het als een totaalpakket. ‘Leidinggeven aan een groep, creatief bezig zijn door trainingsvormen te bedenken en problemen oplossen’, zo begint hij zijn opsomming. ‘Maar ook een stuk zelfontwikkeling. Dat stukje trok me al heel vroeg. Op mijn 16e zei ik tegen vrienden: “Ik kan bij de Albert Heijn gaan vakkenvullen, maar daar is de zelfreflectie en de ontwikkeling als persoon veel kleiner”. Als trainer word je geconfronteerd met alles wat je doet. Als je een oefening maakt die niet loopt, of bepaalde spelideeën die niet werken of waar je spelers niet in mee gaan. En of je nou de F1 of de B1 traint, het is een snelle leerschool. Dat vond en vind ik boeiend.’

Buiten de comfortzone

Als je in het begin van zijn studietijd Cageling zocht, kon je het beste naar het complex van HFC’15 gaan. Vijf tot zes dagen in de week stond hij daar op het veld. Ook deed hij zoals hij het zelf zegt ‘wat in de coördinatie en op het gebied van trainersbegeleiding’. En ondanks dat hij het goed naar zijn zin had, begon er toch wat te knagen. ‘HFC’15 is zo’n grote club, wat betreft ledenaantal misschien wel dé grootste club van de provincie Groningen. Zij kunnen echt een Be Quick of GVAV worden, dat meen ik echt. Bij HFC riep ik dat weleens, en toen vroegen ze me als hoofd jeugdopleiding. Maar dat vond ik nog wat te vroeg.’ Weer die lach. ‘Ja, toen en voor die functie wel. Maar dat is dan ook al bijna drie jaar geleden. Bovendien zou ik dan minder op het veld staan. HFC heeft echt veel potentie, met al die woonwijken eromheen. Ik heb er een mooie tijd gehad, maar wilde toch kijken naar wat anders.’

Dat “anders” vond hij bij SV Bedum. De club uit het gelijknamige plaatsje net boven de stad Groningen heeft de laatste jaren grote stappen gezet. ‘Eigenlijk was het plan om al een jaar eerder bij HFC te stoppen’, erkent Cageling. ‘In die periode heb ik ook met diverse andere clubs gesproken. Maar uiteindelijk toch gebleven, om de zomer erna wel de stap te zetten. Het gesprek met Bedum was echt top. Jelmer Meinardi en Remy van der Wal hadden zo’n goed plan. Die twee steken er zoveel tijd en energie in: de ontwikkeling van SV Bedum is geen toeval. Alle lof voor hen. Veel mensen om mij heen dachten aan GVAV of Be Quick als volgende stap, maar ik doe graag dingen buiten mijn comfortzone. Zo’n club in een dorp, heel wat anders dan ik gewend was, het leek me wel wat. En achteraf kan ik zeggen dat het één groot warm bad was.’

Ambitieus Velocitas

Na twee seizoenen Bedum ging Cageling op zoek naar iets nieuws. ‘Geen slecht woord over Bedum’, benadrukt de jonge trainer. ‘Het was fantastisch daar en zij hebben het geweldig voor elkaar. Maar het niveau was hetzelfde als bij HFC, de teams die ik trainde speelden tussen de Hoofdklasse en Divisie. Op een gegeven moment had ik elk team en elke trainer op die niveaus wel een keer gezien. En daar kwam mijn comfortzone weer om de hoek kijken.’ De nieuwe uitdaging werd het eerste elftal van Velocitas 1897. Een voor velen verrassende keuze. ‘Ik was op zoek naar iets waarvan ik dacht: als ik dit ga doen, word ik volledig uitgedaagd. Er kwamen verschillende clubs bij me, eigenlijk is dat sinds mijn eerste jaar bij HFC’15 steeds het geval geweest. Zo rond maart, als clubs nieuwe trainers gaan zoeken. Ik ben alle gesprekken aangegaan, dat doe ik altijd. Kijken wat goed voelt, wat past. Maar toen belde Velocitas.’

Ik was op zoek naar iets waarvan ik dacht: als ik dit ga doen, word ik volledig uitgedaagd

Cageling had het gevoel het trucje bij de jeugd nu wel te kennen. Toch had hij zelf niet zo snel gesolliciteerd op een functie als seniorentrainer. Maar het verhaal van Velocitas sprak aan. ‘Een leuke ploeg is niet genoeg’, begint hij. ‘De club moet ook een goed verhaal hebben. Deze club heeft de ambitie om snel naar een hoger niveau te gaan. We spelen nu Derde Klasse, maar in oefenwedstrijden hebben we ons kunnen meten met teams als PKC. Dat was positief, en ik denk dat we met dit team naar de Eerste Klasse kunnen. Dat is mijn ambitie, en die van de club. We hebben veel jonge jongens, met een BVO-verleden of die op hoog amateurniveau hebben gespeeld. En niet onbelangrijk: de selectie wil wat. Het is zeker geen uitgebluste ploeg, de jongens hebben een intrinsieke motivatie om beter te worden. Dat zag ik in wedstrijden die ik bekeek, maar wist ik ook omdat ik een aantal jongens al kende.’

Mogelijke hobbels

Hij gaat dit seizoen tegen dingen aanlopen die nieuw voor hem zijn. Dat weet Cageling zelf maar al te goed. ‘Bij de jeugd ga je met 14 spelers op pad en krijgt iedereen ongeveer evenveel speeltijd. Nu heb ik een selectie van 36 man, waarvan er twintig niet met het eerste mee gaan. Dat kan teleurstellingen opleveren.’ En hoewel leeftijd slechts een getal is, brengt het voor de jeugdige hoofdtrainer wel degelijk wat mogelijke hobbels met zich mee. ‘Er spelen een aantal voor mij bekende jongens in het team. Dát vind ik lastiger dan mijn leeftijd, maar daar moet je je ook overheen zetten. Als ik mijn keuzes uit kan leggen, krijg je geen scheve gezichten. En dan vinden ze me een keer een klootzak… dat zal andersom ook weleens zo zijn. Tot nu toe gaat alles goed en bevalt het zeker, maar we zitten in de eerste fase. Vraag me dit over een jaar nog eens en ik sta er misschien anders in. Voor nu durf ik keuzes te maken, als ik er maar achter sta en ze uit kan leggen.’

Ook in het spelletje zelf komen verschillen tussen het trainen van jeugd en senioren naar boven. Die liggen volgens Cageling niet zozeer in de oefenstof. ‘Dat ligt dicht bij elkaar. Ik heb mijn visie, en die draag ik uit via oefeningen. Of dat nou bij de Onder 10 jaar of het eerste elftal is, daar zit alleen qua moeilijkheid een verschil. Het uitgangspunt is hetzelfde.’ Waar hij het grootste verschil verwacht? ‘Absoluut op het gebied van tactiek. Bij de senioren is het meer een tactisch steekspel. Bij de jeugd is het vaak zo dat als je de beste 11 spelers hebt, je ver komt. Tactisch kan er wel iets, maar toch relatief beperkt. Bij de senioren is dat anders. Daar kennen ze bepaalde spelers of gaan teams inspelen op een bepaalde tactiek van de andere ploeg. Dat gaat voor mij een mooie stap zijn. Je zag het bij onze oefenpot tegen PKC. Jongens die bij hen op het veld stonden hadden een indrukwekkend cv. Maar in het spel tegen ons zag je dat niet terug.’

En dan vinden ze me een keer een klootzak… dat zal andersom ook weleens zo zijn

Hij staat nog aan het begin van een nieuw hoofdstuk van zijn trainerscarrière, maar het is weer een stap richting zijn droom. ‘De meeste jongens willen op hun 14e profvoetballer worden. Ik droomde van trainer worden van een club uit de Eredivisie.’ Zijn UEFA C en B-diploma’s heeft hij al, en hij wil nu zo snel mogelijk beginnen met UEFA A. En veel buiten zijn comfortzone blijven werken. ‘Ik doe het echt op mijn manier. Misschien maak ik na Velocitas wel weer de stap naar de jeugd, van een BVO bijvoorbeeld. Uitstippelen doe ik niet, ik zoek steeds de uitdaging. Persoonlijk vind ik Mischa Visser wel een mooi voorbeeld. Hij begon ook heel jong bij ACV 2 en werd daarna hoofdtrainer van Be Quick. Voordat ik bij “Velo” tekende, heb ik ook nog even contact met hem gehad. Voor zijn pad zou ik wel tekenen ja.’

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp

Over de Bal neemt jou met achtergrondverhalen en reportages mee in
de magische wereld van het Nederlandse amateurvoetbal.

Copyright © 2018 - 2024 | Over de Bal

Over de Bal neemt jou met achtergrondverhalen en reportages mee in
de magische wereld van het Nederlandse amateurvoetbal.

Copyright © 2018 - 2024 | Over de Bal