Voetbal werd Ingrid Schuiten met de paplepel ingegoten. Het speelt een grote rol binnen haar familie. Niet alleen haar vader was wekelijks op de velden te vinden, want haar oom Ger Helsma bekleedde jarenlang bij diverse amateurclubs de functie van hoofdtrainer. Alsof dat nog niet genoeg was, ging de twee jaar oudere broer van Ingrid zijn vader achterna en koos ook voor de grootste sport in Nederland. Hij ging spelen voor FC Lewenborg. Daarom was het niet verwonderlijk dat een kleine Ingrid als vierjarig meisje elke zaterdag ook het gras onder haar voeten voelde.
‘Als mijn broer moest spelen, ging ik vrijwel altijd mee om te kijken’, vertelt Ingrid. ‘Of nouja, kijken… Ik was langs de lijn vooral met een bal bezig. Op die manier ben ik met FC Lewenborg in aanraking gekomen.’ Met een beetje hulp uit de buurt kreeg die voorzichtige kennismaking een concreet vervolg. ‘Een buurjongetje vertelde op een woensdagmiddag dat hij ging trainen bij FC Lewenborg en vroeg of ik mee wilde. Dus ik naar mijn moeder en zij vond het prima. Daar stond ik dan, als vijfjarig meisje. Het was zo’n open training waar iedereen in mijn leeftijdscategorie aan mee kon doen. Direct na de training heb ik me ingeschreven voor het kaboutervoetbal. Ik was nog te jong om wedstrijden te mogen spelen. Later vertelde mijn moeder me dat ze nooit had verwacht dat het zo zou lopen. “Dat is maar voor één keer”, dacht ze. Haha, sorry mam!’
Herinneringen zonder gras
We spreken Ingrid op het complex van FC Lewenborg. Vanuit de bestuurskamer kijken we uit op het hoofdveld, waarop door de Jo8-pupillen volop wordt getraind. In haar Lewenborg-periode bestond dit complex nog niet. ‘Wij voetbalden altijd in de zandbak hierachter’, vertelt Ingrid terwijl ze de kant op wijst waar zij vele zaterdagen door heeft gebracht. Ze haalt wat herinneringen op. ‘Als we op het bijveld speelden, moesten we een weg oversteken. En het was altijd een grote modderbende. Volgens mij heeft er nooit gras gegroeid op dat veld. Schitterend toch? Mijn neefje is nu zestien en heeft daar ook nog gespeeld. Oh ja, mijn neefje speelt hier dus ook, net als mijn nichtje, haha! Nou, die voetbalfamilie is nu wel duidelijk he?’
Later vertelde mijn moeder me dat ze nooit had verwacht dat het zo zou lopen. Haha, sorry mam!
Na het kaboutervoetbal kwam Ingrid in een laag F-team terecht. Vervolgens doorliep ze verschillende elftallen in de jeugdafdeling van Lewenborg, alvorens ze vrij plotseling afscheid nam van de club in het oranje. ‘Volgens mij begon ik in de F6. Daarna volgden jaren in de F3, F1, E3 en E1. Na een jaar in de D1 te hebben gespeeld, brak er een wat onzekere tijd aan. Het eerste jaar in de D1 was top. Mischa Visser was mijn trainer, net als in de E3 en E1. Veel van mijn teamgenootjes gingen naar de C-ers. Ik was te jong en bleef achter. Het was nog onduidelijk hoe de nieuwe D1-selectie eruit zou komen te zien en we hadden ook nog geen trainer.’
‘Zelf dacht ik er niet zo over na, maar mijn ouders vonden het vreemd’, vervolgt ze. ‘Inmiddels behoorde ik tot de meisjesselectie van de KNVB regio Groningen, waar ik als negenjarige in de Onder 13 speelde. Om daar bij te blijven moest ik op hoog niveau spelen. Toen ben ik na overleg met mijn ouders om me heen gaan kijken. Specifiek keken we naar clubs die trots waren op meisjes binnen hun club. Mischa had me als meisje al die jaren goede begeleiding gegeven, maar zou een nieuwe trainer, als die er al kwam, daar ook oog voor hebben? Die zekerheid had ik niet en uiteindelijk kwamen we bij Helpman uit.’
Overstap naar het vrouwenvoetbal
Bij Helpman speelde Ingrid op een hoog niveau tegen FC Groningen, BV Veendam en Cambuur. Voetballend redde ze zich prima, maar in haar derde jaar in de C-ers belandde ze op de bank. Fysiek moest ze het afleggen tegen de grotere en sterkere jongens. Bemiddeling van Daphne Koster, de voormalig aanvoerder van het Nederlands vrouwenelftal, liep op niets uit. ‘Ik besefte destijds dat ik meer kon bereiken in het voetbal dan alleen bij de amateurs spelen. Maar om me te blijven ontwikkelen moest ik wel spelen. Daarom heb ik toen besloten de overstap naar het vrouwenvoetbal te maken.’
Zo liet Ingrid het blauw-wit van Helpman achter zich en trok ze wederom het oranje aan. Oranje Nassau (ON) was haar nieuwe club. Ze speelde er maar een half jaar. ‘Toen maakte ik de overstap naar de dames van Heerenveen. Het niveau bij ON was prima en de dames waren geen kleintjes. Ik was nog echt een meisje. Ik kan wel zeggen dat ik me gemakkelijk kon aanpassen, maar daar heb ik echt wel tijd voor nodig gehad. Bij de dames is het een heel ander spelletje. Daar had ik al wel ervaring mee, want ik was bij de KNVB inmiddels doorgestroomd naar het Nederlands elftal onder 17 jaar.’
De stap naar ON was een bewuste. De destijds zestienjarige Ingrid had de ambitie om in de Eredivisie te komen. Daar speelden destijds de echte topspeelsters die in het Nederlands elftal zaten. Bij Heerenveen kreeg ze plots de kans. ‘Er raakte een speelster geblesseerd en zo werd ik nummer 18. Dat betekende dat ik tot de wedstrijdselectie behoorde. Ik begon op de bank, maar speelde me na een jaar in het elftal.’
Voetbaldagen bij Lewenborg
Na zeven jaren bij Heerenveen dacht Ingrid even aan stoppen. De interesse van VV Alkmaar deed haar besluiten toch door te gaan. Na bijna een jaar bij de Alkmaarders te hebben gespeeld, kwam ze toch terug op dat besluit. Het viel niet meer te combineren met haar maatschappelijke carrière. Naast het voetbal werkte ze namelijk nog gewoon 26 uur in de week. ‘Het merendeel van de dames in de Eredivisie heeft gewoon nog een baan naast het voetbal’, legt ze uit. ‘Ik had dat ook nodig om rond te komen. Het ging gewoon niet meer samen. Jarenlang heb ik er veel plezier voor terug gehad, in stadions mogen spelen. Maar op een gegeven moment moet je ook realistisch zijn. Wat kan ik nu nog doen of bereiken? Wat wil ik? Ik heb vriendschappen aan de voetballerij overgehouden. Vivianne Miedema (speelster bij Arsenal en het Nederlands elftal) is een goede vriendin van mij. Toen ik twijfelde of ik door wilde gaan, was ik bij haar op bezoek. Ik heb haar zien groeien. Dat was voor mij het moment om te beslissen: of ik ga het doen zoals zij het doen en fulltime leven voor het voetbal. Of helemaal niet. Ik heb voor het laatste gekozen.’
Bij Lewenborg heb ik als amateur echt mijn leukste tijd gehad. Hele zaterdagen was ik daar
Terugkijkend op haar voetbalperiode in de amateurwereld kan ze niet anders concluderen dan dat FC Lewenborg “haar cluppie” is. ‘Daar heb ik als amateur echt mijn leukste tijd gehad. Hele zaterdagen was ik daar. ’s Ochtends vroeg speelde ik zelf, daarna deed ik vaak nog met een ander team mee, om vervolgens bij mijn broer, de A1 of het eerste te gaan kijken. Die voetbaldagen bij Lewenborg waren fantastisch en had ik nooit willen missen!’
Mischa Visser
Als een vanzelfsprekendheid komt bij het praten over haar periode bij FC Lewenborg ook Mischa Visser naar voren. ‘Van hem heb ik zoveel geleerd. Destijds realiseerde ik me dat niet zo, maar achteraf absoluut wel. Niet alleen op voetbaltechnisch gebied, maar ook tactisch. Heel tof dat hij nu bij FC Groningen zit. Door hem heb ik de basis van het voetballen onder de knie gekregen. Maar ik wil ook nog graag Peter van der Woude noemen. Hij was trainer van het team van mijn broer. Door bij zijn wedstrijden te kijken leerde ik gewoon al veel. Wat ik me altijd van Peter van der Woude blijf herinneren is dat hij bij wedstrijden van mijn broer continu riep: “Voor die stuit!”. Een fantastische man. Later kreeg ik hem als meester op mijn basisschool, haha! Mijn moeder kwam hem eerder nog weleens tegen. Ze zei dat hij nog steeds alles van mij weet. Dat geloof ik direct, hij weet volgens mij alles van jeugdvoetbal.’
De komende tijd neemt Ingrid even afstand van het voetbal. Althans, als speelster. Nu ze in de weekenden wat meer tijd heeft, wil ze proberen regelmatig bij FC Lewenborg te gaan kijken. ‘Amateurvoetbal is zo ontzettend mooi. Het is wellicht minder geworden, maar het mooiste vind ik dat jongetjes in trainingspak van de club na hun wedstrijd blijven hangen. Bal onder de arm, langs de lijn voetballen, in de rust het veld op om op doel te schieten. Op de zaterdagen zie je echt terug wie de voetballiefhebbers zijn. De mensen, van jong tot oud, die heel de dag op de club zijn of met de club bezig zijn. Die moeten we koesteren.’
‘Met heel veel plezier ben ik drie seizoenen trainer/coach van Ingrid geweest. We hadden telkens goede jeugdteams, waar Ingrid niet alleen opviel omdat ze tussen de jongens speelde, maar voornamelijk door haar voetbalkwaliteiten. Ingrid was tactisch sterk, wist spelsituaties vaak goed op te lossen en was technisch ontzettend vaardig. Bovendien was ze ontzettend leergierig en enthousiast. Het was echt top om met haar te werken. Jammer dat ze nu gestopt is met voetballen. Ik snap haar keuze overigens hartstikke goed. Wellicht lijkt het Ingrid in de toekomst leuk om als trainster aan de slag te gaan. In dat geval mag ze mij altijd bellen om over het vak te sparren!’
– –
Voor de rubriek ‘De Amateurclub van…’ spreekt Over de Bal met (ex-)profvoetballers of bekende Nederlanders over de amateurclub waar het voor hen allemaal begon of die zij een warm hart toedragen. Klik hier voor alle verhalen uit deze serie.