Zoals bij zoveel echte dorpsclubs, is het betreden van de plaatselijke sportvelden nauwelijks een probleem, zo ook in Nieuw-Scheemda. Slechts een blaffende hond verraadt dat wij een kijkje komen nemen en we hebben slechts enkele seconden nodig om laaiend enthousiast te worden. De mist is net opgetrokken, waardoor we achter het verste doel al een glimp kunnen opvangen van ‘t Waar. Maar daar blijft het niet bij, want deze voetbalclub ademt werkelijk alles waar je bij het begrip amateurvoetbal aan denkt.
Een zompig hoofdveld met nét te hoog gras, dug-outs ter hoogte van het doelgebied, oude voetbalschoenen in het vangnet (zelfs een trommel), reclameborden uit de vorige eeuw; ja, werkelijk alles klopt hier. De prima faciliteiten om buiten van de derde helft te genieten en één van de meest schattige clubgebouwtjes die we ooit hebben gezien, maken het af.
Ondertussen is de hond in kwestie nog steeds niet uitgeblaft en neemt iemand met een nieuwsgierige blik over de schutting poolshoogte. ‘Ik ben bestuurslid en weet niets van jullie komst, kan dat kloppen?’ Vraagt hij ons. ‘Klopt meneer, maar daar krijgt u sowieso een lofzang over jullie vereniging voor terug’, kaatsen wij terug. Want als je echt van amateurvoetbal houdt, moet je eerst een keer Sportpark Oldambt hebben afgevinkt.
‘Want als je echt van amateurvoetbal houdt, moet je eerst een keer Sportpark Oldambt hebben afgevinkt.’