Het is een constructie waardoor het circa 385 zielen tellende Wachtum nog steeds een lokale voetbaltrots heeft. Eentje waarbij het zogeheten noaberschap al sinds het seizoen 1972-1973 – toen de club het levenslicht zag – een belangrijke rol vervult. Zo wordt er gebruik gemaakt van het naburige dorpshuis zodat teams op het Vrij-op-naam-veld in Wachtum zich kunnen omkleden. In de persoon van Jan Meppelink is er een vrijwilliger die de kalklijnen trekt en zorgt dat mollen hun kop op een andere plek boven de grond steken dan op het voetbalveld. Voetballen in Wachtum wordt door iedereen mogelijk gemaakt.
De oplettende lezer heeft misschien opgemerkt dat FC Wachtum dit jaar vijftig jaar bestaat. Dat werd dit najaar luister bijgezet met een heuse interland tegen, jawel, FC Wachtum. Want tachtig kilometer verderop, over de Duitse grens, voetbalt een gelijknamige vereniging. Via het dorpshuis en tussen de bomen over het smalle klinkerpaadje door naar het voetbalveld. Het klinkt net zo idyllisch als het in de praktijk is. Zolang er nog in Wachtum gevoetbald kan worden, proosten wij een keer extra in de derde helft. Want het zijn deze clubjes die groundhoppen op amateurniveau de moeite waard maken.