De eerste gedachte die ons te binnen schiet als we het hoofdveld betreden is dat voetballen hier nog weleens lastig kon worden op de eerstvolgende zondag. Het veld is hobbelig en op sommige plekken is van gras weinig sprake. Maar daar storen wij ons niet echt aan, want wij zijn dan allang afgeleid door de dug-outs. Een bouwwerk waar de Notre-Dame nog een puntje aan kan zuigen. We treffen prachtige stenen bouwwerken met een houten bankje, waarbij zelfs aan kapstokjes is gedacht. Dit soort details doen ons voetbalhart ontegenzeggelijk sneller kloppen.
Een bouwwerk waar de Notre-Dame nog een puntje aan kan zuigen.
Als we de rest van het sportpark verkennen, raken we in gesprek met de terreinmeester die op het punt staat om één van de bijvelden te kalken. ‘De velden lagen er goed bij, maar ook met het slechte weer zijn onze voetballers niet uit de wei te houden. Dat is voor de velden wel wat funest geweest’, legt-ie uit. Terwijl een specht z’n snavel hoorbaar in een boom langs het veld boort en de vrijwilliger onverstoord de lijnen uitzet, wandelen wij weer over de hobbelige velden naar de uitgang. Teleurgesteld dat er geen biljartlaken ligt? Welnee! Want alles niet zichtbaar perfect is, scoor je bij ons altijd een ruime voldoende.