Het wordt je op dit sportpark snel duidelijk dat geel en zwart de clubkleuren zijn van de in 1932 opgerichte voetbalvereniging. Als wij door het toegangshek lopen is het gras vers gemaaid, verraadt een achtergebleven biertje dat de derde helft weer een doorslaand succes was, en hoewel alle deuren potdicht zitten, krijgen we ook van buitenaf een prima indruk van de kantine door naar binnen te gluren. Van een beetje opsmuk zijn ze bij WEO niet vies. Voetbaltierlantijntjes – een voetbal als plantenpot, hoe verzin je het – sieren de kantine, waarin duidelijk een kroegsfeer is nagebootst. Houden we van, dus pluspuntjes voor Woldendorp en Omstreken.
Het strijdtoneel van WEO zelf krijgt ook een inspectie en daarbij vallen we als een blok voor de zitplekloze abri’s langs het hoofdveld. De stoeltjes zullen er tijdens wedstrijden wel in worden gezet, want als de technische staf en wisselspelers er wekelijks negentig minuten lang in moeten staan, kun je erop wachten totdat de lijnbus op een zekere zondag het sportpark op dendert. Afijn, Cupido schiet z’n amateurvoetbalpijl hier dwars door ons hart, vooral omdat de houten dug-outs met dito bankje bij het andere veld ook al in de smaak vallen. Als we het sportpark verlaten, worden we op de parkeerplaats bijna overreden door een trekker die met wel heel veel tempo richting de naastgelegen akker koerst. Maar ach, kunnen we mee leven. Alles voor de ultieme plattelandservaring.