Als wij het Koeperlaand betreden, lijken we bijna in een natuurfilm te zijn beland. Aan de achterzijde loopt het terrein zowaar omhoog in iets wat naar een heuvelachtig landschap neigt. Dat zijn bijna Limburgse taferelen die je in Groningen zelden ziet. Ondertussen ruziën een paar kraaien om een achtergebleven stuk patat en wij lijken onverstoord een rondje te kunnen maken om het hoofdveld. Daar wordt de rust ineens wreed verstoord door de terreinmeester die op het punt staat om de lijnen te kalken. Hij gooit de deur van het materialenhok per ongeluk zo hard open, dat we bijna over elkaar heen struikelen. ‘Goed volk!’, roept-ie echter met een harde lach.
De zonnige omstandigheden zorgen ervoor dat wij veld 2 in Westerlee meteen bombarderen tot mooiste bijveld in het Oldambt. De zon gluurt door de bomen rond het veld, dat je kunt betreden met een smal betonnen bruggetje, terwijl de Sint Joriskerk op de achtergrond een oogje in het zeil houdt. Overigens kun je dit veld ook gewoon betreden door over de droge greppel heen te springen, maar dat maakt bovenstaande beschrijving weer net iets minder romantisch. Maar het moge duidelijk zijn: de liefde voor het Koeperlaand is in ieder geval aan onze zijde in volle glorie aanwezig.