Daar zijn wij bovendien blij mee. Want sportpark de Zaandorre verdient een vaste bespeler. In het dorp met zo’n 300 inwoners is het even zoeken wanneer de sportvelden in zicht komen, maar eerlijk is eerlijk: dan heb je ook wat. De krommende oprijlaan bevalt ons alleen al uitermate goed. Veel mooier dan die strakke, betonnen accommodaties. En dan dat hoofdveld: een stilte daalt op ons neer. Je kunt welhaast een waterpas op het gras neerleggen, zo goed als dat onderhouden is.
Op deze vrijdagmiddag is er op het eerste gezicht geen kip te bekennen op de Zaandorre, al doet wat gekakel in de verte anders vermoeden. En twee achtergebleven flesjes bier bij de ingang doet ons vermoeden dat men ook in Zuidlaarderveen wel weet hoe je een derde helft moet vieren. En dan is het niveau waarop je voetbalt van ondergeschikt belang. Al hopen wij stiekem dat de karakteristieke logo’s met de zwijnen erop gauw weer in de standaard klasse zijn te bewonderen. Da’s namelijk een extra reden om de Zaandorre zelf eens met een bezoek te vereren.