FVV Foxhol

‘Barst, een dicht hek. Nu kunnen we het wel vergeten’, klinkt het somber als we de Julianastraat in Foxhol betreden. We zijn van plan om het onderkomen van FVV Foxhol met een bezoek te vereren, maar als het hek gesloten is, schiet dat niet op. Toch maar even checken of het kettingslot écht vastzit en dat blijkt een gouden greep: het zit los. Nog geen minuut later zijn we de parkeerplaats van de Foxholster voetbalvereniging op gereden en maken we ons op voor een rondje over het lommerrijke onderkomen van de club waar Jan Blijham, Tjalling Dilling, Richairo Zivkovic en Keziah Veendorp hun eerste stappen als voetballer zetten.

Onze ronde begint met een kletspoot op het hoofdveld. En da’s vrij bijzonder, want het is een dag waarop de mussen bijna van het dak vallen. Van de hitte welteverstaan. De veroorzaker van die kletspoot zit iets verderop op z’n hurken in het strafschopgebied een waterslang te inspecteren. ‘Ja, dat beregenen gaat niet zonder slag of stoot’, zegt de terreinmeester lachend, voordat hij koers naar het materialenhok zet om weer een aantal slangen uit te stallen. Hij heeft er geen moeite mee als wij een rondje foto’s schieten. ‘Nee joh, ga je gang. Maak er wat moois van’, vertrouwt-ie ons toe.

En dat schieten van mooie kiekjes lukt wel op Sportpark Julianastraat. Al was het maar omdat je dit type dug-outs zelden ziet. ‘Het lijkt wel alsof ze bijna omvallen’, concluderen we. Toch staan ze stevig in de grond. Net als de kantine, die juist wat hoger ligt en voor toeschouwers precies over de dug-outs goed zicht biedt op het veld. Als we ons rondje gedaan hebben, is de materiaalman nog altijd druk in de weer met z’n waterslangen. Als hij even niet oplet, struikelt-ie over het trappetje naast de kantine. Hij kijkt meteen lachend achterom: ‘Ja, hier gaat nog weleens iemand op z’n snufferd. Vooral als het in de kantine gezellig is geweest.’

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Veendam 1894

De lichtmasten lachen ons van een afstandje al toe. En eenmaal dichterbij wordt het gevoel alleen maar sterker. Want wie de Langeleegte bezoekt, dwaalt automatisch af. Naar tijden van weleer, zoals de promoties van SC Veendam naar de Eredivisie in 1986 en 1988. Of hoe spelers van de tegenstander steevast met tegenzin he-le-maal naar Oost-Groningen moesten rijden. Het chagrijn was er soms al voordat er tegen een bal getrapt was. En juist dan klapte de thuisploeg er vol op.

sv Marum

‘Zo, dat hoofdveld ligt er keurig gemaaid bij zeg’, zegt één van ons als we ons bij de entree van Sportpark De Holten van sv Marum ophouden. Die zin is nog niet uitgesproken, of de correctie volgt al. ‘Dit is niet het hoofdveld, dat ligt daar’, zegt een ander, wijzend naar het aangrenzende kunstgrasveld. Een terreinmeester die ons hoort discussiëren bevestigt dat inderdaad. Voetballen op het hoofdveld zou volgens een omwonende teveel overlast geven, waarna hij is gaan klagen. En blijkbaar met succes. Zonde, luidt ons oordeel.

SV Onderdendam

Als de gevoelstemperatuur rond het vriespunt ligt en er toch gevoetbald moet worden, sta je gevoelsmatig al snel met 1-0 achter als je naar SV Onderdendam afreist. Kleinere accommodaties dan Sportpark Harry Visser zijn er bijna niet in de provincie Groningen, parkeren naast het clubgebouw lukt alleen als het niet al te druk is. En met een beetje pech staat je auto door andere auto’s ingesloten. Wel een extra reden om langer te blijven hangen na afloop, dat dan weer wel.

Over de Bal neemt jou met achtergrondverhalen en reportages mee in
de magische wereld van het Nederlandse amateurvoetbal.

Copyright © 2018 - 2023 | Over de Bal

Over de Bal neemt jou met achtergrondverhalen en reportages mee in
de magische wereld van het Nederlandse amateurvoetbal.

Copyright © 2018 - 2023 | Over de Bal