Als we de heren vertellen wat we komen doen, verandert hun blik. We kennen het wel een beetje, want het zijn vaak momenten waarbij echte clubmensen helemaal leeglopen over waarom hun vereniging zo mooi is. En als Hoogezandster ben je dan niet snel uitgepraat, want Hoogezand is niet alleen een club met een rijke geschiedenis, het heeft ook een jeugdafdeling om trots op te zijn. ‘Dat is toch best mooi, als jeugdteams van profclubs hiernaartoe komen om tegen onze jeugdteams te spelen’, wordt ons toevertrouwd. En dus kunnen we goed voorstellen dat je gewoon wilt dat de boel er piekfijn bij ligt.
Terwijl de mannen zich concentreren op het kalken van de lijnen, maken wij een rondje over het onderkomen van Hoogezand. Die beperken we vooral tot het hoofdveld, want die plastic voetbalvelden geloven we wel. De tribune krijgt een welverdiend plusje, net als de bankjes onder het scorebord. En als je een talud aan de lange zijde van het hoofdveld hebt, heb je ons voetbalhart eigenlijk al gestolen. Het enige mysterie dat bij ons blijft hangen is een onverklaarbare tekst die in de tegels bij de ingang gegraveerd is. We halen onze neus bij vertrek nog even goed op. ‘Blijft toch onovertroffen, die geur van versgemaaid gras.’