Want hoe klein een cluppie ook kan zijn, het sportcomplex waarop je voetbalt hoeft daar natuurlijk niet direct een afspiegeling van te zijn. Het begrip perfectie komt hier akelig dicht bij in de buurt. Als wij op Hoogte der Heide lopen, is een groepje vrijwilligers net druk bezig om de boel een beetje te fatsoeneren. Eén van hen is Willem. ‘Stiekem kijken we er de hele week naar uit om hier samen te komen en de handen uit de mouwen te steken’, zegt hij, gewapend met een schoffel in de handen. Een andere vrijwilliger kijkt hem grijnzend aan. ‘Hé Willem, dat onkruid verdwijnt niet uit zichzelf hoor!’
Het fraaie aan de accommodatie van GKC is dat het ene veld hoger ligt dan het andere, waardoor er ondanks kletsnatte weersomstandigheden prima gevoetbald kan worden. Bovendien ligt het half in het Gasselter bos, wat het idyllische plaatje compleet maakt. Veel clubs of trainingskampen slaan hun tenten dan ook maar wat graag op bij GKC, al liep dat niet altijd even goed af. ‘Vroeger was er altijd een club uit Zweden die hier jaarlijks kwam. Maar die gasten hadden het hier zó naar hun zin, dat ze vaker dronken dan nuchter waren. Dat vonden de thuisblijvers in Zweden volgens mij niet zo leuk’, besluit Willem lachend.