v.v. Oosterparkers

Hoofdveld van vv Oosterparkers met op de achtergrond de iconische klimmuur van Kardinge
Als je tien willekeurige mensen vraagt om een Groningse stadswijk te noemen, eindigt de Oosterparkwijk ongetwijfeld hoog in de lijstjes. De wijk spreekt dan ook nog altijd tot de verbeelding. ‘Ga je mee naar het dorp?’, werd in de jaren 20 vaak nog gezegd; het blauwe dorp welteverstaan. Dat was het kloppende hart van waaruit de Oosterparkwijk destijds ontstond. En gevoetbald werd er ook. Straatvoetbal was er mateloos populair, maar de wijk kende met BRC, Groen-Wit en Oostelijke Boys ook drie voetbalverenigingen. Net na de Tweede Wereldoorlog, fuseerden ze, waarmee de Oosterparkers was geboren.

Of het nou bouwvakkers, betonvlechters, visboeren of werklozen waren: bij de Oosterparkers waren ze samen één, met groen-wit als clubkleuren. Een stom toeval trouwens, want de toenmalige voorzitter kreeg in de laatste weken van de oorlog groene shirts en witte broeken van de Canadezen en daarin speelde het pas opgerichte Oosterparkers de eerste wedstrijden. Die kleuren zijn altijd gebleven. De club groeide met een fanatieke aanhang als kool en speelde in de jaren vijftig zelfs nog een aantal seizoenen betaald voetbal. Een tijd waarin de Oosterparkers een van de grootste clubs van het land was.

Het Oosterpark was in al die jaren ook strijdtoneel van de Oosterparkers, maar toen de club langzaam afgleed, verhuisde de club mee. In 1989 eerst naar het Van Starkenborghcomplex en tien jaar later naar het huidige en altijd winderige sportpark Kardinge. Als we na een wandeling over de lange oprijlaan een kijkje nemen op het eerste veld rechts, weten we dat we bij de Oosterparkers zijn en schieten we braaf onze plaatjes. Maar aan alles merk je: deze club, met een historie om u tegen te zeggen, hoort maar op één plek te voetballen. In de wijk waar de club groot werd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Kwiek

‘Ah, de grasmaaiers maaien het hoofdveld, dus dat moet geen probleem worden straks’, zeggen we terwijl één van ons naar het tafereeltje wijst. Het gebeurt wel vaker dat als we de ingang van een sportpark niet direct zien, we toch aanknopingspunten proberen te vinden zodat we uiteindelijk niet over een hek met scherpe punten hoeven te klimmen. Dat is niet anders als we op De Kalkwijck in Hoogezand lopen en alvast een blik werpen op het onderkomen van vv Kwiek. Maar omdat we eerst bij de buren van HS’88 langsgaan en daarvoor net bij Hoogezand zijn geweest, is Kwiek pas als laatste aan de beurt.
Scorebord vv Suameer

VV Suameer

Tasje inpakken, op de fiets en naar de club. Niet met de e-Bike, maar zo’n ouderwetse. Vooral bij dorpsclubs een beeld waarvoor je weinig inlevingsvermogen hoeft te hebben. Het voetbalveld ligt immers naast de deur, maar er zijn ook uitzonderingen. Neem het onderkomen van VV Suameer. Het dorp ligt tegen Bergum aan, maar het knusse sportpark van de groenwitten ligt ver buiten de dorpskern. Of je gaat via de Koekoeks- en Heerenwei naar Sportpark De Heidkamp, of via Suameerderheide. Voordeel bij de laatste route is dat je bij een flinke regenbui dan nog even kunt schuilen in de tunnel onder de N356.

Wykels Hallum

De hekken staan breed voor ons open, alsof er rekening mee wordt houden dat we langskomen. In de praktijk moet er een vracht bier worden afgeleverd in de kantine en zijn de hekken geopend voor de vrachtwagenchauffeur die dat allemaal in goede banen moet leiden. Geeft niks, wij maken mooi van de gelegenheid gebruik om It Blikkelân te verkennen. En de doorgewinterde amateurvoetballiefhebber weet dat je dan op bezoek bent bij Wykels Hallum. De club waar een zwaluw het clublogo siert.

Over de Bal neemt jou met achtergrondverhalen en reportages mee in
de magische wereld van het Nederlandse amateurvoetbal.

Copyright © 2018 - 2024 | Over de Bal

Over de Bal neemt jou met achtergrondverhalen en reportages mee in
de magische wereld van het Nederlandse amateurvoetbal.

Copyright © 2018 - 2024 | Over de Bal