1934 was een memorabel jaar voor voetbalminnend Ameland. Eerst zag de Nesser Sport Club het levenslicht en vier dagen later had ook Buren een voetbalvereniging die luisterde naar de naam Roomsch Katholieke Sport Club Geel Wit. Voor deze kleuren werd gekozen omdat het ook de kleuren van de vlag van het Pausschap en Vaticaanstad zijn. In 1970 werd de band met de kerk overigens losgelaten en werd Geel Wit een algemene vereniging. Een vereniging die in 1983 op eigen bodem zelfs als sparringpartner van toenmalig EK-deelnemer Roemenië mocht fungeren. Dat het 0-9 voor de Roemenen werd, mocht de pret niet drukken. Het zijn de betere voetbalfeitjes.
Dat wij Geel Wit een onverwachts bezoek brengen, vormt geen enkel probleem. Op de één of andere manier heeft dit knusse onderkomen de uitstraling dat je als voetballiefhebber áltijd welkom bent, zelfs als er door de coronaperikelen al tijden geen bal meer heeft gerold in competitieverband. De grasmatten liggen er perfect bij en daar worden we vrolijk van. Hoe anders was dat in 1970, toen Geel Wit onder de KNVB-vlag voor het eerst officiële duels buiten Ameland ging spelen, maar iemand van de pers oordeelde dat ‘een paard zijn nek nog op die velden zou breken’. Het zou allemaal goed komen en vandaag de dag is Geel Wit met drie seniorenteams en diverse jeugdteams een bloeiende vereniging. Dat is toch wel een pauselijke zegen waard.